oorlogscorrespondenten

Bean, C. E. W.: Letters From France: . 

auteur was een bekende Australische oorlogscorrespondent en verslaggever, maakte alles van zeer nabij mee.

Geeft weer in een aantal artikelen/brieven hetgeen de Australiërs meemaakten. Zeetransport van Gallipoli naar Zuid Frankrijk, vervoer per trein naar het front. Beschrijving van het front. Gevechten bij Pozières, Mouquet farm. Geeft vooral een beschrijving van het door deze oorlog zo geteisterde landschap en de ontberingen van de (Australische) soldaten.

Churchill, Winston: A Traveller in War-Time:

Een verzameling van een serie artikelen uit 1917 geschreven tijdens zijn reizen door het WOI gebied. De auteur (Winston Churchill) is niet de staatsman, wel dezelfde naam, alleen een Amerikaan. Het boek verscheen in 1918.

Komt als Amerikaanse journalist aan in Bordeau, gaat naar Parijs, veel ontmoetingen, en daarna naar de kust en is enige tijd in Engeland. Veel beschouwingen en indrukken. Daarna terug in Frankrijk en bezoekt het front. Geeft beschrijvingen van oa het Vimy ridge gebied, de Somme slagvelden, Bapaune en Albert. Geeft ook zijn indrukken weer bij het meerijden in een tank. 

Gibbs, Philip, 1877-1962

The soul of war:

Oorlogscorrespondent en auteur Gibbs beschrijft het eerste oologsjaar ongeveer t/m Neuve Chapelle (1915). Was voor de Engelse censuur omstreden, hij wist en zag veel, kwam op een zwarte lijst en moest zich wat gedeisd houden. Hoort veel van de soldaten. Gaat in het begin naar Nancy, het oostelijk front. Daarna spreekt hij over de geheime oorlog daar er zo weinig naar buiten komt. Maakt de wanordelijke terugtocht mee van het BEF, er zou desertie zijn opgetreden met mogelijk ook standrechtelijke straffen. (klopt, zie het verhaal van Edward Gleichen die een deserteur moet laten executeren). Hij beschrijft de slag om de Marne waarbij gewonden zoveel mogelijk niet in Parijse ziekenhuizen komen, hetwelk een gevolg zou zijn van een politieke beslissing vanwege de eventuele agitatie door de bevolking bij het zien van zoveel leed. (Ook tijdens het Verdun offensief kwamen de gewonden niet naar Parijs om dezeldfe derenen, zie Nasmith). De gewonden gaan bvb naar Orleans. Duitse gesneuvelden na de eerste slag om de Marne worden op een hoop gegoooid en verbrand. Gibbs is daarna in het Ijzergebied en werkt als hulp bij het verzorgen van gewonden oa in Veurne en De Panne: gaat in deze hoedanigheid mee met mobiele colonnes en is daardoor in Diksmuide tijdens de belegering. Ziet afschuwelijke dingen en noteert het. Beschrijft zaken die de militaire leiding niet welgevallig zijn en moet zich enige tijd terugtrekken. Is daarna in Parijs en beschrijft de sfeer en toestand. Zijn boek suggereert dat Franse mannen die zich niet voor de mobilisatie hadden gemeld streng gestraft werden: tegen de zonnige kant van een witte muur (wat daar dan onder verstaan mag worden).

De laatste 2 hoofdstukken gaan over de Franse en Britse soldaat. Vooral de beschrijving van een Britse officier laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
Slotconclusie: uiteraard zijn de Duitsers primair schuldig maar ook Engeland Frankrijk en Rusland met geheime diplomatieke bondgenoodschappen gaan niet vrij uit.

Battles of the Somme:

Ooggetuigeverslag vanaf de eerste dag (1 juli 1916) waarbij vooral het rechter deel van het front (rechts van de weg naar Bapaune) wordt weergegeven. Aangevuld met verhalen van militairen. Ziet de veroverde Duitse dug-outs, leest brieven van en aan Duitse soldaten: weet dan wat over de situatie in Duitsland met voedseltekorten, de ontberingen van deze soldaten gedurende de laatste week vóór 1 juli: door het constante massale artillerie bombardement verstoken van voedsel en water. Gevechten om Contalmaison, diverse keren veroverd en weer prijs gegeven, uiteindelijk na 14 dagen het verste punt; Lonqueval. Daarna (2e helft van juli) volgen de gevechten in the "woods" Delville woods (devil's wood) bij Lonqueval. Links van de weg naar Bapaune wordt Ovillers veroverd en dan volgt de beschrijving over de sitatie bij Pozieres, (werd op 24 juli door Australiërs veroverd). Het is dan begin augustus als de aanval wordt ingezet op de Pozieres ridge/hoogte.

De gevechten rond Thiepval: artilleriebombardementen, daarna over de top en trachten in de loopgraven van de Duitsers te komen. Ziet de enorm versterkte en diep liggende dug-outs van de Duitsers. In september  worden de gevechten beschreven rond en om Guillemont en Ginchy. Geleidelijk wat meer terreinwinst voornamenlijk rechts van de weg naar Bapaune. Steeds weer het zelfde patroon: artilleriebarrage, dan over de parapet heen naar de vijandelijke loopgraven, veel bajonetgevechten. De tank verschijnt als een geducht wapen bij de Engelsen. Verder vochten hier ook: Ieren, Australiërs, Canadezen en Nieuw Zeelanders. Spreekt met overlevende Duitse krijgsgevangenen. Pas op 26 september wordt Thiepval veroverd, waarschijnlijk de meest versterkte plaats (redoubt) met volledig versterkte ondergrondse onderkomens met tunnels.   Het landschap wordt beschreven als een kraterlandschap waarbij op het laatst van de slag de kraters met elkaar zijn verbonden en vormen zo de voorste loopgraven. Eindigt met een in Engelse handen gevallen analyse van de Duitse generaal von Armin over het waarom het Duitse leger tijdens het Somme offensief tekort is geschoten. Bij de verovering van Beaumont Hamel is Gibbs niet meer aanwezig, ziekte verlof in Engeland.

 Now It Can Be Told:

Philip Gibbs schreef in augustus 1919 dit boek waarbij werd terug gevallen op eerder verschenen artikelen. Het boek geeft voornamenlijk een ooggetuigeverslag met soms onverholen kritiek op de zinloze massa slachtingen. Daarbij zijn de beschouwingen uiterst kritisch en konden tijdens de oorlog ook niet gepubliceerd worden. Daarom ook de titel: Now it can be told. Zijn eindconclusie reeds in1919: Zo zeker als de zon op komt zal deze vrede met voorwaarden gebaseerd op pure wraak weer leiden tot een volgende oorlog. Ook interessant is zijn analyse van de overlevende soldaten in Engeland die zich (terecht) miskend voelden. De gevoerde oorlog koste de UK 900.000 gesneuvelde soldaten en nog een veelvoud daarvan waren lichamelijk gekwetst en uiteindelijk had de oorlog voor Engeland als resultaat een deplorabele financiële situatie.

From Bapaune to Passchendaele:

Uitgegeven in juli 1918. In de inleiding, wordt beschreven over welke locaties het in dit boek gaat: Somme slagveld, de slag bij Arras en het offensief gericht op Passendale (3e slag van Ieper). In feite wordt het jaar 1917 beschreven, te beginnen met nieuwjaarsdag 1917 aan het Somme front. Het is een ooggetuigeverslag waarbij bijna per dag de gebeurtenissen worden beschreven.

In part I de "retreat from  the Somme" trekken de Duitsers zich terug en met weinig moeite wordt nu terrein veroverd en vele plaatsen, dorpen of wat daarvan is over gebleven (Bapaune en Peronne door de Australiërs) kunnen worden ingenomen. Men heeft niet goed door waar nu de definitieve verdedigingslinie van de Duitsers is komen te liggen, wel beseffen de Engelsen de bedoeling van deze "retreat"  op wat toen al bekend stond als de Hindenburg linie. Zien ook de tactiek van de Duitsers (verschroeide aarde), met verwoestingen niet door Engelse artillerie maar door de Duitsers zelf. 

In part II " on the trail of the enemy" wordt het gebied ten oosten van Bapaune en Peronne ingetrokken tot uiteindelijk gestuit wordt op de nieuwe Duitse Hindenburg linie.

In part III, "de slag van Arras", worden de dagen met de gevechten beschreven te beginnen op 9 april. In een sneeuwstorm worden de Duitsers verrast en de Vimy hoogte wordt veroverd door de Canadesen. De dagelijkse gevechten worden beschreven, de verovering tot de buitenwijken van Lens en een aantal dorpen ten westen ervan. De slag om Arras eindigt ongeveer 23 mei 1917.

In part IV: "de slag om Messines ridge", een verhoging met de plaatsen Wijtschaete en Mesen die als een salient in de geallieerde linie liggen en waardoor de Duitsers een goed zicht hadden op alles wat de geallieerden deden. Deze slag begon op 7 juni met explosies op talrijke locaties, aangebracht via gegraven tunnels onder de Duitse linie. Veel Duitsers kwamen zo aan een gruwelijk einde, ze werden letterlijk de lucht in geschoten en begraven. 

Op 29 juni wordt nog een gevecht beschreven in een groot onweer waarbij een deel, inclusief voorsteden, van  Lens werden veroverd.

In part V volgt dan aanval op Passendaele in de nazomer en herfst van 1917 waarbij het nog nooit zoveel regende, begonnen op 31 juli en het relaas eindigt met het bereiken van het totaal verwoeste dorp Passendaele door de Canadesen op 16 november. 

Green, Horace

The log of a noncombatant

Amerikaans journalist komt bij het begin van de oorlog via Nederland in België en beschrijft de situatie, de sfeer, wat hij ziet. het front ligt dan tussen Brussel en Antwerpen. Hij is in Termonde dat verwoest is. Op weg naar Brussel wordt hij enige tijd door de Duitsers gevangen gehouden, wordt getransporteerd naar Duitsland, wordt weer in vrij gelaten en komt opnieuw via Nederland België weer in en maakt de laatste dagen voor de val in Antwerpen mee. Beschrijft devluchtende massa naar nederland waar hij zelf uiteindelijk oom mee naar toe vlucht. Geeft zijn oordeel over de vermeende "atrocities" die zouden zijn begaan door de Duitsers. Zeer lezenswaardig.

 

Mack, Louise:

Woman's Experience in the Great War:

Belevenissen van een vrouwelijke Australische auteur die als een oorlogsjournaliste naar België gaat in Augustus 1914.

Beschrijft de treinreis van Oostende naar Antwerpen, beschrijft de sfeer en situatie in deze nog niet bezette en sterk verdedigde stad. Regelt een vervoer naar het bezette Brussel. 
Locaties door haar beschreven: Aarschot (grotendeels verwoest), spreekt hier ooggetuigen van de Duitse oorlogsmisdaden, en Enghien. Wil in Brussel een gesprek met de burgemeester (Max) maar deze wordt opgepakt door de Duitsers als gijzelaar. Terug naar Antwerpen.
Als haar collega's oorlogscorrespondenten op het laatste moment vertrekken voor de overgave van Antwerpen besluit de auteur te blijven. Ze raakt haar paspoort kwijt maar op wonderbaarlijke manier met behulp van een andermans paspoort lukt het haar toch om via Nederland weer in Engeland te komen.
Gaat weer terug naar België via Duinkerken en is in Veurne en De Panne waar ze een bekende oorlogsjournalist (mogelijk Phillip Gibbs die in die tijd daar ook was) ontmoet. 
 

Malins, Geoffrey H.

How I Filmed the War / A Record of the Extraordinary Experiences of the Man Who filmed the Great Somme Battles, etc.

Geoffrey Malins (1886-1940) was naast Tong één van de officiële Britse filmers in WO I. Was aanvankelijk als freelancer werkzaam in België (Ramskapelle, Veurne, Yper), later werd hij officiëel aangesteld door het Britse leger. Werd vergezeld door Mc Dowell die door hem nooit in het boek met naam werd genoemd. Filmt berggevechten in de Vogezen, filmt daarna voornamenlijk de Britse soldaten. Filmt de slag bij St Eloi, daarna alleen in het gebied van de Somme waar de bekende film "the battle of the Somme" werd gemaakt. Zijn werkzaamheden waren levensgevaarlijk daar hij wilde filmen vanuit erg vooruitgeschreven posities. Via een tunnel komt oa hij bij de soldaten in "the sunken road" bij Thiepval vlak voor de aanval op 1 juli 1916. Heel bekend is zijn filmlocatie tegenover Beaumont Hamel waar hij de ondergrondse mijnexplosie filmde die de bekende Hawthorn crater opleverde. Was bij Pozieres, filmt de eerste tankaanval. 
Laatste deel gaat vooral over het door de Duitsers vrijgegeven gebied begin 1917 bij hun terugtrekking achter de Hindeburg linie waarbij de extreme verwoestingen van de Duitsers in dit gebied werden gefilmd. 
In 1917 gaat hij met ziekte verlof en keert in 1918 terug naar het front. 
Zijn relaas zou hier en daar wel met een korreltje zout moeten worden genomen maar het boek leest vlot door. 
Het is een puur ooggetuigenverslag van de oorlog en met welke moeite en gevaar voor eigen leven een oorlog voor het eerst werd gefilmd. Erg jammer dat het toen nog geluidsloze films waren.


Masefield, John: The old frontline:

John masefield, een engelse dichter en proza schrijver bezocht in 1917 het oude Sommefront van vóór 1-7-1916. Het front zoals hij het toen aantrof wordt beschreven. Hij legt uit dat de Duitsers een veel gunstiger stelling hadden ingenomen dan de geallieerden. 

Powell, Edward Alexander: Fighting in Flanders:

Amerikaanse oorlogscorrespondent komt terecht in Antwerpen en maakt de stad mee tot de overname door de Duitsers begin oktober 1914.

Beschrijft de typen oorlogscorrespondenten, hun werk, hoe ze waren gehuisvest (doorgaans in een redelijk lux hotel in Antwerpen) en hoe ze zich dagelijks naar de frontlinies lieten rijden. Brussel was ondertussen al in Duitse handen en de Belgische regering was naar Antwerpen overgeplaatst. Beschrijft via directe ooggetuigen de Duitse oorlogswandagen in plaatsen als Aerschot, Leuven, ziet de verwoestingen van Termonde ed. Spreekt ook met Duitse bevelhebbers die de Duitse visie op deze oorlogsmisdaden geven. 
Ziet eindeloze kolonnes van het gedisciplineerde Duitse leger richting Franse grens. Als bijzonderheid wordt vermeld de uitermate zorgvuldige zorg voor de voeten (pedicuurbehandeling) die in een prima staat moeten blijven vanwege de dagelijkse marsen van rond 30-40 km.
Maakt een bombardement vanuit een Zeppelin op Antwerpen mee. 
Beschrijft de verdedigingslinie rond Antwerpen, (met het platleggen van grote delen van de voorsteden, van bomen, voor het verkrijgen van een goed zicht op aanvallers), waarbij deze uiteindelijk begin oktober door Oostenrijks zwaar geschut werd neergehaald en ook voor Antwerpen komt de Duitse bezetting nabij. Dan worden nog wat Engelse mariniers aangevoerd die ook nog gevochten hebben, een aantal sneuvelde, de rest vluchtte naar Nederland waar ze werden geinterneerd en grotendeels ondergebracht in een kazerne aan de Hereweg in Groningen (hebben nog gevoetbald tegen een team van Be Quick). 
Winston Churchill houdt zich nog even op in Antwerpen, zegt dat het goed komt en is ook zo weer verdwenen.
In grote chaos vlucht de bevolking daarna naar het westen en noorden (ze werden volgens de auteur te laat gewaarschuwd dat de situatie in Antwerpen onhoudbaar was geworden). 
Het boek eindigt met het binnen trekken van het Duitse leger en in de laatste opmerkingen van Powell geeft hij zijn bewondering voor het kleine Belgische leger dat het nog zo lang heeft kunnen volhouden.

 

Ruhl, Arthur: Antwerp to Gallipoli - A Year of the War on Many Fronts-and Behind them: 

Arthur Ruhl, oorlogscorrespondent uit de USA, bezoekt min of meer op uitnodiging van de hoogste militaire autoriteiten van de centrale mogendheden in 1915 een aantal "high spots".

Hij komt vanuit Berlijn naar Antwerpen waar vandaan eerst het westelijk front bij La Bassée wordt bezocht, dus de Duitse kant.
Daarna reist hij per trein naar het oosten, via Boekarest en Sofia komt hij in Konstantinopel en gaat via een side wheeler (radarboot) naar Gallipoli en ziet vanuit de hoogte met de Turken en hun Duitse adviseurs het smalle strand waarop de geallieerden zich hebben genesteld en zijn vastgelopen in een loopgravenoorlog tegen een Turks leger dat makkelijk stand houdt. Komt ook nog op de Aziatische kant bij Canakkale dat voor een groot deel verwoest is. 
Daarna gaat hij met het Oostenrijks Hongaars leger mee. Bezoekt ziekenhuizen in Wenen en Boedapest. Veel militairen met geamputeerde voeten die waren bevroren bij gevechten hoog in de Karpaten.
Ziet het front aldaar en wordt ook geleid naar het zojuist terug veroverde Lemberg. 
Warschau is dan ook veroverd en achter het Duitse leger komt hij tenslotte in Brest Litovsk waar de overwinning wordt gevierd. 
Het lijkt erop dat de centrale mogendheden makkelijker omgingen met oorlogscorrespondenten dan de geallieerden; Phillip Gibbs was aanvankelijk een persona non grata.